zoekresultaat voor stofnaam: ceftriaxon
3 merknamen - 4 VOS-groepen
11.
Infecties
11.1.
Antibacteriële middelen
11.1.1.
Bèta-lactamantibiotica
11.1.1.2.
Cefalosporines
11.1.1.2.3.
Derde generatie
11.1.1.2.3.3.
Ceftriaxon
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inf. oploss. (pdr.) i.v. [flac.]
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.
BAPCOC – Belgische gids voor anti-infectieuze behandeling in de ambulante praktijk - 2022
11.5.4.
Urogenitale infecties
11.5.4.3.
Acute prostatitis
11.5.4.3.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.3.2.3.
Bij sterk vermoeden van een SOA
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.4.
Orchi-epididymitis
11.5.4.4.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.4.2.1.
Orchi-epididymitis met vermoeden van SOA
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.4.2.3.
Bij vermoeden van zowel SOA als enterobacteriën, vb. bij insertieve anale seks
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.5.
Pelvic Inflammatory Disease (PID)
11.5.4.5.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.5.2.1.
Empirische behandeling
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.7.
Urethritis
11.5.4.7.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.7.2.1.
Empirische behandeling
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.7.2.2.
Behandeling na resultaat etiologisch onderzoek
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.8.
Syfilis
11.5.4.8.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.8.2.2.
Laat latente syfilis
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.10.
Partnerbehandeling en behandeling van asymptomatische SOI (Seksueel Overdraagbare Infecties)
11.5.4.10.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.10.2.2.
Gonokokken (partneropsporing tot 3 maanden terug)
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.5.4.10.2.3.
Syfilis
Ceftriaxone Fresenius Kabi
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Ceftriaxone Kalceks
• inj./inf. oploss. (pdr.) i.m./i.v. [flac.]
Rocephine
• inj. oploss. (pdr. + solv.) i.m. [flac. + amp.]
11.
Infecties
11.1.
Antibacteriële middelen
11.1.1.
Bèta-lactamantibiotica
11.1.1.2.
Cefalosporines
11.1.1.2.3.
Derde generatie
11.1.1.2.3.3.
Ceftriaxon
ceftriaxon infusie •2 g
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.
BAPCOC – Belgische gids voor anti-infectieuze behandeling in de ambulante praktijk - 2022
11.5.4.
Urogenitale infecties
11.5.4.3.
Acute prostatitis
11.5.4.3.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.3.2.3.
Bij sterk vermoeden van een SOA
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.4.
Orchi-epididymitis
11.5.4.4.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.4.2.1.
Orchi-epididymitis met vermoeden van SOA
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.4.2.3.
Bij vermoeden van zowel SOA als enterobacteriën, vb. bij insertieve anale seks
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.5.
Pelvic Inflammatory Disease (PID)
11.5.4.5.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.5.2.1.
Empirische behandeling
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.7.
Urethritis
11.5.4.7.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.7.2.1.
Empirische behandeling
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.7.2.2.
Behandeling na resultaat etiologisch onderzoek
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.8.
Syfilis
11.5.4.8.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.8.2.2.
Laat latente syfilis
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.10.
Partnerbehandeling en behandeling van asymptomatische SOI (Seksueel Overdraagbare Infecties)
11.5.4.10.2.
Antimicrobiële behandeling
11.5.4.10.2.2.
Gonokokken (partneropsporing tot 3 maanden terug)
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g
11.5.4.10.2.3.
Syfilis
ceftriaxon injectie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •1 g
ceftriaxon injectie/infusie •2 g

stofnaam


Merknaam