Selecties

Hormonaal systeem :

  • Glykemiecontrole: In monotherapie:
    • Bij onvoldoende controle* van de glykemie ondanks levensstijlaanpassingen
    • En eGFR hoger dan 30 ml/min.

* Streefwaarde voor glykemie afgestemd op de patiënt (zie Folia august 2020).

Motivatie

  • In de meeste richtlijnen wordt metformine als eerste keuze aanbevolen.
  • Het is een effectief en goedkoop middel voor de glykemische controle en diabetescomplicaties voorkomen zonder risico op hypoglykemie en gewichtstoename.
  • Qua veiligheid is het gebruik bij patiënten met een lichte tot matige nierfunctiestoornis aanvaardbaar op voorwaarde dat de dosis wordt aangepast, de nierfunctie regelmatig wordt gecontroleerd en wordt geanticipeerd op situaties met een risico op acute verslechtering van de nierfunctie.

Indicatie
Type-2 diabetes - bij onvoldoende levensstijlaanpassingen
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid +
Veiligheid +
Gebruiksgemak +
Prijs +
Expert
consensus
+


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

  • Starten met 500 mg ’s morgens bij het ontbijt.
  • Indien nodig, na minimum 1 week de dosis opdrijven tot 500 mg 2x/d (’s morgens en ’s avonds).
  • Nadien kan de dosis nog verhoogd worden tot 3 innames van 500 tot 850 mg.
  • Maximale dosis: 850 mg 3x/d.
  • Tijdens of na de maaltijd innemen.

In geval van nierfalen

Creatinineklaring ml/min Dosis
> 60 mL /min geen dosisaanpassing
45 tot 60 mL/min max. 850mg 2x/d
30 tot 45 mL/min max. 500mg 2x/d
< 30 mL/min geen behandeling starten

Delen en pletten

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Metformine niet gebruiken vooraleer de creatinineklaring bepaald werd.
  • Tijdens de behandeling de nierfuncitie regelmatig controleren, bij ouderen ten minste elke 3 tot 6 maanden.
  • Het risico op melkzuuracidose neemt toe met de leeftijd, daarom zijn verhoogde voorzorgsmaatregelen en dosisaanpassingen vereist in volgende situaties:
    • Nierinsufficiëntie.
    • Polymedicatie.
    • Acute verslechtering van de gezondheid.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Gastro-intestinale stoornissen; starten aan lage dosis en inname gedurende de maaltijd verbeteren de gastro-intestinale tolerantie.
  • Vaak: vitamine B12-deficiëntie met mogelijk pernicieuze anemie bij langdurig gebruik.
  • Zelden: hypoglykemie; melkzuuracidose, dikwijls fataal, vooral bij risicopersonen (zie rubriek “Bijzondere voorzorgen”).

Interacties

  • Zie 5.1. Diabetes
  • Verhoogd risico van melkzuuracidose bij associëren met hoge doses alcohol, NSAID's of met joodhoudende contraststoffen (zie rubriek “Bijzondere voorzorgen”).

Contra-indicaties

  • Ketoacidose.
  • Aanwezigheid van risicofactoren voor optreden van melkzuuracidose (zie rubriek “Bijzondere voorzorgen”).
  • Algemene anesthesie en radiologisch onderzoek met injectie van joodhoudende contraststoffen: na te leven termijnen (zie rubriek “Bijzondere voorzorgen”).
  • Ernstige nierinsufficiëntie (eGFR < 30ml/min), leverinsufficiëntie (SKP).

Prijstabel