Selecties

VOORWAARDELIJKE SELECTIE

Infectieziekten

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

  • Epidemiologische gegevens suggereren een 2-voudig hoger risico van Clostridioides diffile-infectie bij patiënten van 65 jaar en ouder die behandeld werden voor ongecompliceerde diverticulitis met de combinatie metronidazol + fluoroquinolon, vergeleken met de combinatie amoxicilline/clavulaanzuur.
  • Het gebruik van chinolonen bij ouderen wordt in verband gebracht met een hoger risico op bepaalde bijwerkingen, zoals peesschade en verlenging van het QT-interval.
  • Wanneer een antibioticum geïndiceerd is (voorwaarden vereist), stelt BAPCOC de combinatie van metronidazol + fluoroquinolon voor als alternatief voor amoxicilline/clavulaanzuur, maar enkel bij penicillineallergie.

Indicatie
Diverticulitis (in associatie met metronidazol) - voorwaardelijke selectie
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid +
Veiligheid +/-
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus
+


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.
Bij voorkeur los van de maaltijd innemen, tenzij gastro-intestinale last ; niet innemen met zuivelproducten.
  • 500 mg 2 maal per dag gedurende 7 dagen (in associatie met metronidazol 500 mg 3 maal per dag gedurende 7 dagen).

In geval van nierfalen

Creatinineklaring Dosis
30-60 ml/min max. 500 mg om de 12 uur (dus geen dosisaanpassing nodig voor deze indicatie)
<30 ml/min doseringsinterval verlengen naar elke 24 uur

Delen en pletten

  • pletten: de tabletten mogen ex tempore geplet worden (lichtgevoelig), maar gebruik handschoenen en mondmasker.

zie ook www.pletmedicatie.be

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • let op voldoende vochtinname, in het bijzonder bij simultaan gebruik van geneesmiddelen die de kans op nierinsufficiëntie kunnen verhogen(diuretica, ACE-inhibitoren, sartanen, aliskiren, NSAID's) of nefrotoxische geneesmiddelen.
  • quinolongebruik bij ouderen wordt in verband gebracht met een hoger risico (dan in de algemene bevolking) op
    • risico op peesletsels is verhoogd bij oudere patiënten vooral bij gelijktijdig gebruik van corticosteroïden (zelfs inhalatiecorticosteroïden) en bij nierinsufficiëntie,
    • verlenging van het QT-interval,
    • hypoglykemie en
    • aorta-aneurysma en –dissectie aortadissectie.
  • gelijktijdige toediening van ciprofloxacine (oraal) en meerwaardige kationbevattende geneesmiddelen en mineralensupplementen (bv. calcium, magnesium, aluminium, ijzer), vermindert de absorptie van ciprofloxacine. Daarom moet ciprofloxacine ofwel 2 uur vóór of tenminste 4 uur na deze preparaten worden toegediend,
  • uit voorzichtigheid wordt er aanbevolen om, bij patiënten die behandeld worden met vitamine K-antagonisten, de INR te controleren binnen de 3 à 5 dagen na het starten van eender welk antibacterieel middel (zie Repertorium BCFI 11.1: Interacties).

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

Interacties

  • Zie 11.1. Antibacteriële middelen
  • Verminderde resorptie van chinolonen bij gelijktijdige inname van voedsel (o.a. melk en melkproducten) en van calcium-, magnesium-, ijzer- of aluminiumzouten. Fluorochinolonen moeten dus minstens 2 uur voor ijzer-, calcium- en magnesiumzouten of melkproducten worden toegediend.
  • Verhoogd risico van tendinitis en peesruptuur bij associëren met corticosteroïden.
  • Verhoogd risico van torsades de pointes (zeker met ciprofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine, mogelijk ook met norfloxacine en ofloxacine) bij associëren met andere middelen die het risico van verlenging van het QT-interval verhogen (zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes).
  • Verhoogd risico van convulsies bij associëren met andere geneesmiddelen die convulsies kunnen uitlokken (zie Inl.6.2.8. Convulsies en epileptische aanvallen uitgelokt door geneesmiddelen).
  • Ciprofloxacine is een inhibitor van CYP3A4 en CYP1A2, met o.a. versterkt effect van theofylline (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.).

Contra-indicaties

  • Zwangerschap en borstvoeding.
  • Kinderen: gestoorde kraakbeenontwikkeling bij jonge proefdieren, maar geen evidentie van klinisch relevante gewrichtsletsels bij kinderen. Het risico moet afgewogen worden tegen de voordelen, bv. bij kinderen met mucoviscidose.
  • Risicofactoren voor QT-verlenging (zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes), zeker voor ciprofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine.
  • Moxifloxacine: ook ernstige leverinsufficiëntie (SKP).

Prijstabel