Selecties

Zenuwstelsel, urgentietrousse

  • Gegeneraliseerde angststoornis: alleen geselecteerd voor acute en uitzonderlijke situaties, beperkt in de tijd (met stopdatum) en in een zo laag mogelijke dosis
  • Delirium: enkel bij alcohol- of benzodiazepineonttrekkingsdelier
  • Slapeloosheid: in acute situatie, bij groot lijden, bij uitzondering en beperkt in de tijd (met een stopdatum).

Motivatie

Gegeneraliseerde angststoornis

  • Benzodiazepines zijn werkzaam als anxiolyticum, wel veel bijwerkingen, zeker bij oudere personen, maar zijn weinig toxisch bij overdosering. Als anxiolyticum hebben middellangwerkende de meest geschikte farmacokinetiek, voor gebruik bij angst.

Delirium

  • Benzodiazepines worden enkel aangeraden in geval van alcohol- of benzodiazepine-onttrekking​​​​​​​​​​​​​​​.

Slaapstoornissen

  • Als een slaapmiddel nodig is, kan een benzodiazepine met middellange werkingsduur overwogen worden (GRADE2C).

Lorazepam is een molecule met middellange werkingsduur zonder actieve metabolieten (langwerkende benzodiazepines worden afgeraden bij ouderen, wegens het gevaar op accumulatie).

Indicatie
Gegeneraliseerde angststoornis - alleen voor acute en uitzonderlijke situaties (met stopdatum) Delirium - in geval van alcohol- of benzodiazepine-onttrekking Slaapstoornissen - alleen voor acute en uitzonderlijke situaties (met stopdatum)
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid
Veiligheid
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus
+ + +


Dosering

Voor ouderen worden lagere doses gebruikt, vaak de helft van de laagst aanbevolen dosis.

Slapeloosheid
  • Per os : 0,5 mg tot 1 mg peroraal bij het slapengaan

Angst

  • Per os : 0,5 mg 2-3x/dag
Ontwenningsverschijnselen van alkohol
  • Per os 1 mg 3x/dag
Alcoholonttrekkingsdelier, Urgentietrousse
  • I.M. of I.V. : 0.5 mg tot 2 mg (0,05 mg/kg)
    • indien nodig te herhalen om de 2 uur op geleide van de symptomen

In geval van nierfalen

  • De dosis moet worden aangepast aan de reactie van de patiënt ongeacht het stadium van nierfalen (lagere doses kunnen voldoende zijn)

Delen en pletten

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Behandelingsduur zo kort mogelijk houden omwille van het risico van tolerantie en afhankelijkheid (grootteorde van 1 week).
  • Rekening houden met risico van vallen en de gevolgen (breuken, verwondingen, ...). Stel regelmatig het valrisico.
  • Risico van ontwenningsverschijnselen (angst, terugkerende slapeloosheid, verwardheid, hallucinaties, nachtmerries) bij plots stoppen van een chronische behandeling (enkele weken), met mogelijk risico op ontwikkeling van convulsies, vooral bij gelijktijdige toediening van geneesmiddelen die de convulsiedrempel verlagen.
  • Voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van benzodiazepines en andere sedativa (neuroleptica, opioïden): bij ouderen is er een nog groter risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden.
  • Bij hittegolf: kan de effecten van een hitteslag versterken.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Overdreven sedatie, slaperigheid, geheugen- en concentratiestoornissen, negatief effect op de rijvaardigheid, afname REM-slaap en diepe slaap.
  • Verwardheid, vooral bij ouderen.
  • Residueel effect overdag (hangover) bij gebruik als hypnoticum.
  • Paradoxale reacties vooral bij ouderen en kinderen, met toegenomen slapeloosheid, angst en zelfs agitatie en agressiviteit.
  • Psychische en fysieke afhankelijkheid na 1 tot 2 weken inname.
  • De gewenste effecten en sommige ongewenste effecten verminderen na 1 tot 2 weken inname (tolerantie).
  • Dervingsverschijnselen bij stoppen: angst, slapeloosheid, perceptiestoornissen gaande tot fobieën, manische reacties en andere psychotische verschijnselen, zelden convulsies.
  • Acute intoxicaties leiden zelden tot ademhalingsdepressie. Gewoonlijk is er geen dodelijke afloop tenzij tegelijkertijd alcohol of andere centraal deprimerende farmaca zijn ingenomen of bij bestaan van een onderliggende pathologie.

Interacties

  • Toegenomen sedatie bij associëren met andere geneesmiddelen met sederend effect of met alcohol.
  • Ademhalingsdepressie, coma en overlijden bij combineren van opioïden met benzodiazepines (of Z-drugs) of met andere sederende middelen (met inbegrip van alcohol) [zie Folia januari 2019].
  • Alprazolam, clobazam, flurazepam, midazolam en triazolam zijn substraten van CYP3A4 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.).
  • Clonazepam is een substraat van CYP2C8 en CYP3A4 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.).
  • Diazepam is een substraat van CYP2C19 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.).

Contra-indicaties

  • Myasthenia gravis.
  • Ernstige respiratoire insufficiëntie.
  • Onbehandeld obstructief slaapapneusyndroom.
  • Voor de meeste benzodiazepines wordt ernstige leverinsufficiëntie als contra-indicatie in de SKP vermeld.
  • Clorazepaat: ernstige nierinsufficiëntie.

Prijstabel