Nortriptyline

ATC: N06AA10

Nortrilen
Ouderenzorg

Selecties

Zenuwstelsel

  • Ernstige depressie, in combinatie met psychotherapie:
    • Tweede keuze, indien contra-indicatie voor sertraline (SSRI).
    • Bij de ziekte van Parkinson: keuze tussen sertraline en nortriptyline afhankelijk van de patiëntkarakteristieken, comorbiditeiten en de mogelijke bijwerkingen, na een juiste instelling van de dopaminerge medicatie.
  • Pijnlijke diabetische neuropathie: keuze tussen nortriptyline, gabapentine en duloxetine, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken, comorbiditeiten en de mogelijke bijwerkingen.
  • Postherpetische neuropathie: keuze tussen nortriptyline en gabapentine, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken, comorbiditeiten en de mogelijke nevenwerkingen.

Motivatie

Ernstige depressie, indien contra-indicatie voor SSRI

  • Er is geen evidentie dat bij depressie de doeltreffendheid van de tricyclische antidepressiva (TCA's) en van de selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI's) verschilt. Tricyclische antidepressiva geven echter meer bijwerkingen bij ouderen. Er wordt dan ook een voorkeur gegeven aan een SSRI (sertraline).
  • TCA’s zijn te verkiezen boven SSRI’s bij gelijktijdige behandeling met NSAID’s of anti-aggregantia, bij patiënten met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale bloedingen of bij (risico op) hyponatriëmie. ​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​
  • Bij ernstige depressie wordt aanbevolen te behandelen met een antidepressivum in combinatie met psychotherapie.

Neuropathische pijn

  • Werkzaamheid :
    • Nortriptyline is een oudere molecule, de studies waren destijds niet zo uitgebreid en vergelijkende studies worden niet meer opgezet. De weinige studies die er zijn hebben meestal betrekking tot amitriptyline, maar nortriptyline is de actieve metaboliet van amitriptyline.
    • Nortriptyline is werkzaam bij zowel diabetische neuropathie als postherpetische neuralgie.
  • Veiligheid :
Binnen de klasse van TCA’s wordt nortriptyline geselecteerd, omdat dit middel minder orthostatische hypotensie veroorzaakt en relatief weinig ongewenste anticholinerge effecten heeft.
Indicatie
Ernstige depressie - 2de keuze (met enkele uitzonderingen), in associatie met psychotherapie Pijnlijke diabetische neuropathie: keuze tussen nortriptyline, gabapentine en duloxetine, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken Postherpetische neuropathie: keuze tussen nortriptyline en gabapentine, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid + + +
Veiligheid +/-
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus


Dosering

Depressie

  • Aanvangsdosis: 25 mg per dag ’s morgens (maximale dosis : 50 mg per dag).
  • Bij oudste ouderen, ernstige somatische comorbiditeit en bij dementie starten met 10 mg (magistraal).
  • Bij voldoende therapeutische respons (na 6 tot 8 weken), behandeling verderzetten gedurende minstens 6 tot 12 maanden na remissie.
  • Bij stopzetten van de behandeling is het raadzaam de dosis geleidelijk te verminderen (zie Tools – afbouwen van antidepressiva).

Neuropathische pijn

  • Starten met 10 mg.
  • Verhoog de dosis naar 25 mg na 2 tot 3 weken, indien dit goed wordt verdragen en er nog onvoldoende pijncontrole bekomen werd.

In geval van nierfalen

  • Geen dosisaanpassing nodig bij nierinsufficiëntie.

Delen en pletten

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Overweeg een EKG, voorafgaande de behandeling om QT-verlenging uit te sluiten.
  • Monitor gedurende de eerste 4 weken wekelijks op potentieel ongewenste effecten.
  • Anticholinerge effecten: bijzondere voorzorg bij patiënten met prostaathypertrofie, urinaire retentie, gesloten-hoekglaucoom, chronische obstipatie.
  • Verlaging van de convulsiedrempel: voorzichtigheid bij antecedenten van epilepsie.
  • Voorzichtigheid geboden bij ernstige leverinsufficiëntie.
  • Houd rekening met het valrisico en de gevolgen daarvan.
  • Nortriptyline werkt licht stimulerend, in tegenstelling tot de meeste tricyclische antidepressiva.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Zie 10.3. Antidepressiva
  • Gewichtstoename.
  • Orthostatische hypotensie en hartgeleidingsstoornissen (kinidine-achtig effect), vooral bij ouderen, bij voorafbestaande cardiovasculaire pathologie en bij hoge doses; bij overdosering ritmestoornissen (bv. torsades de pointes), met mogelijk fatale afloop.
  • Anticholinerge effecten (vooral amitriptyline) (zie Inl.6.2.3. Anticholinerge ongewenste effecten).
  • Sedatie, vooral met amitriptyline, dosulepine en maprotiline. Dit sedatieve effect kan gewenst zijn bij depressie met angst of slaapstoornissen; de hoogste dosis of de enige dagdosis wordt bij voorkeur 's avonds ingenomen. Andere antidepressiva van deze groep zijn weinig of niet sedatief, of zelfs licht activerend (nortriptyline); ze veroorzaken soms angst, agitatie en slapeloosheid, en worden liefst niet 's avonds ingenomen.

Interacties

Contra-indicaties

  • Associatie met MAO-inhibitoren (zie 10.3. Antidepressiva, rubriek “Interacties”).
  • Recent myocardinfarct.
  • Hartaritmieën, geleidingsstoornissen (vooral AV-blok).
  • Deze van de anticholinergica (zie Inl.6.2.3. Anticholinerge ongewenste effecten) voor de producten met anticholinerg effect (vooral amitriptyline).
  • Amitriptyline, dosulepine: ernstige leverinsufficiëntie (SKP).