Hoge doses van een statine: wat is de evidentie?
In de Folia van juli 2004 werd gesteld dat de keuze tussen verschillende statines kan gebeuren op basis van hun effect op intermediaire eindpunten, maar dat vooral het effect op klinische eindpunten (morbiditeit, mortaliteit) belangrijk is. Wat betreft de intermediaire eindpunten, denkt men vooral aan de invloed op de lipiden, maar er zijn aanwijzingen dat statines ook via andere mechanismen, bv. via stabiliseren van de atherosclerotische plaques, een gunstig effect kunnen hebben. Samenvattend wordt in het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium 2009 het volgende gezegd: "Een gunstig effect op morbiditeit en mortaliteit is bewezen voor simvastatine, pravastatine en atorvastatine, en, in mindere mate, voor fluvastatine en rosuvastatine. De winst is groter naarmate het basisrisico hoger is (dus vooral in secundaire preventie)." Er is de laatste jaren belangstelling voor het mogelijke nut van meer intensieve cholesterolverlaging- d.w.z. het streven naar lagere cholesterolwaarden dan deze vroeger aanbevolen-, bijvoorbeeld door gebruik van een statine in hoge dosis of van een statine in combinatie met andere cholesterolverlagende middelen. In de meest recente richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC, 2007) over cardiovasculaire preventie worden lage LDL-cholesterolwaarden nagestreefd bij patiënten met hoog cardiovasculair risico: < 2,5 mmol/l (100 mg/dl), en indien mogelijk < 2 mmol/l (80 mg/dl). In dit artikel wordt besproken wat de evidentie is uit gerandomiseerde studies met klinische eindpunten dat meer intensieve cholesterolverlaging door gebruik van hoge doses van een statine, voordelen biedt ten opzichte van gebruik van de standaarddosis, en wat de mogelijke risico’s ervan zijn. Over de associatie van een statine met een ander hypolipemiërend middel zijn er geen studies met klinische eindpunten; dergelijke studies zijn lopende. Doeltreffendheid van hoge doses van een statineDe rationale van meer intensieve cholesterolverlaging door gebruik van hoge doses van een statine is gebaseerd op (1) de extrapolatie van gegevens uit de studies in primaire en secundaire preventie met de statines aan hun standaarddosis, en (2) de resultaten van klinische studies waarbij effectief hoge doses van een statine werden onderzocht. Extrapolatie van de gegevens uit studies met statines aan de standaarddosisDe statines hebben een gunstig effect op morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met gekend cardiovasculair lijden (secundaire preventie) en bij patiënten zonder antecedenten van cardiovasculaire events maar met hoog risico hierop (primaire preventie). Het gunstig effect wordt ook gezien bij patiënten met hoog cardiovasculair risico zonder manifest gestoorde lipidenspiegels. De grootschalige gerandomiseerde placebo-gecontroleerde studies met klinische eindpunten zijn hoofdzakelijk uitgevoerd met atorvastatine 10 mg per dag, simvastatine 20 à 40 mg per dag, en pravastatine 40 mg per dag; deze doses worden beschouwd als de "standaarddoses" en zijn ook de "gebruikelijke doses" vermeld in de bijsluiter. Voor fluvastatine en rosuvastatine zijn studies met klinische eindpunten schaars: de dosis in deze studies bedroeg voor fluvastatine 80 mg per dag ("gebruikelijke dosis" in de bijsluiter 40 à 80 mg per dag) en voor rosuvastatine 20 mg per dag ("gebruikelijke dosis" in de bijsluiter 5 à 10 mg per dag); voor rosuvastatine gaat het om de JUPITER-studie [zie Folia januari 2009 ]. In een meta-analyse van 14 gerandomiseerde studies met statines aan hun standaarddosis daalde het LDL-cholesterol gemiddeld met 1,09 mmol/l (ongeveer 40 mg/dl), en dit was geassocieerd met een daling met ongeveer 20% van de cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Als hypothese wordt vooropgesteld dat bij een verdere daling van het LDL-cholesterol met ongeveer 1 mmol/l (40 mg/dl), het risico van cardiovasculaire events verder zal afnemen met 20%. Studies met hoge doses van een statineEr zijn de laatste jaren 4 studies verschenen met klinische primaire eindpunten waarbij een hoge dosis van een statine werd vergeleken met een standaarddosis; deze vier studies werden uitgevoerd bij patiënten met coronairlijden, dus in secundaire preventie.
In de vier studies daalden de LDL-cholesterolwaarden sterker in de groepen behandeld met de hoge doses van een statine. Toch bereiken ook bij de hoge doses zeker niet alle patiënten de vooropgestelde streefwaarden. Wat de klinische eindpunten betreft (zie hierboven), kon enkel in de TNT-studie en de PROVE IT-TIMI 22-studie een statistisch significant voordeel worden aangetoond voor de hoge dosis ten opzichte van de standaarddosis. In geen van de vier studies kon een voordeel op de globale mortaliteit worden aangetoond, maar de studies hadden daarvoor waarschijnlijk te weinig "power". Waarom in twee studies wel, en in twee andere studies geen voordeel van hoge doses van een statine kon worden aangetoond, is moeilijk te verklaren. Mogelijk spelen het gebruikte statine, het behandelingsschema, de behandelingsduur, de geïncludeerde patiëntenpopulatie en/of de keuze van de eindpunten, een rol. Mogelijke risico’s van intensieve cholesterolverlaging door statines
Conclusie
Enkele referentiesAnoniem.: Choix d’une statine. Pravastatine et simvastatine sont mieux éprouvées que l’atorvastatine. La Revue Prescrire 2006; 26: 692-5 Anoniem.: Prévention cardiovasculaire primaire et secondaire. Première partie: choisir les médicaments hypocholestérolemiants et antihypertenseurs les mieux adaptés. Médicaments hypocholesterolémiants. La Revue Prescrire 1999; 19: 281-7 Anoniem.: Statines: du nouveau en prevention secondaire et chez les diabétiques. La Revue Prescrire 2003; 23: 287-93 Anoniem.: Which statin, what dose? Drug Ther Bull 2007; 45: 33-7 Armitage J.: The safety of statins in clinical practice. Lancet (published online 7 juni 2007; DOI:10.1016/S0140-6736(07) Brugts JJ,Yetgin T, Hoeks SE, Gotto AM, Shephers J, Westendorp RGJ et al.: The benefits of statins in people without established cardiovascular disease but with cardiovascular risk factors: meta-analysis of randomised controlled trials. Brit Med J 2009; 338: b2376 Cholesterol Treatment Trialists’ (CTT) Collaboration. Efficacy and safety of cholesterol-lowering treatment: prospective meta-analysis of data from 90.056 participants in 14 randomised trials of statines. Lancet 2005; 366: 1267-78 Graham I, Atar D, Borch-Johnsen K, Boysen G, Burell G, Cifkova R et al.: European guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice: full text. Fourth Joint Task Force of the European society of Cardiology and other societies on cardiovascular disease prevention in clinical practice. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2007; 14(Suppl 2): : S1-S113 ; Hayward RA, Hofer TP en Vijan S.: Narrative review: lack of evidence for recommended low-density lipoprotein treatment targets: a solvable problem. Ann Intern Med 2006; 145: 520-30 Bespreking van d it artikel in Geneesmiddelenbulletin 2007; 41: 97-8 Law MR, NJ Wald en AR Rudnicka.: Quantifying effect of statins on low density lipoprotein cholesterol, ischaemic heart disease and stroke: systematic review and meta-analysis. Brit Med J 2003; 326: 1423- Smith SC, Allen J, Blair SN, Bonow RO, Brass LM, Fonarow GC et al.: AHA/ACC guidelines for secondary prevention for patients with coronary and other atherosclerotic vascular disease: 2006 update. Circulation 2006; 113: 2363-72 Smulders YM.: Statinen: voorlopig niet als regel maximaal doseren. Ned Tijdschr Geneeskd 2005; 149: 1876-8 Zhou Z, Rhame E en Pilote L.: Are statins equal? Evidence from randomized trials of pravastatin, simvastatin, and atorvastatin for cardiovascular disease prevention. |